Author: certanor

  • Digitale facturatie in België: wat verandert er en hoe maak je je bedrijf klaar?

    De komende jaren verandert factureren in België grondig. Waar je vandaag misschien nog werkt met Word, Excel of pdf’s per mail, zal je vanaf 1 januari 2026 voor B2B-facturen moeten overschakelen op gestructureerde elektronische facturen. Dat is geen klein IT-project, maar een wettelijke verplichting die bijna alle btw-plichtige ondernemingen raakt. (eFactuur)

    In deze gids bundel ik de belangrijkste informatie: wat digitale facturatie precies is, welke regels gelden in België, wat er verandert voor kleine en grote ondernemingen, en hoe je jezelf stap voor stap klaarzet.

    Van papieren factuur naar digitale facturatie

    Veel ondernemers gebruiken vandaag al “digitale” facturen. Vaak bedoelen we daarmee: een pdf die je mailt, of een papieren factuur die je scant en in je boekhoudpakket uploadt. Dat voelt digitaal, maar juridisch en technisch wordt er een onderscheid gemaakt.

    In de btw-wetgeving zijn er twee soorten elektronische facturen met dezelfde waarde als papier: een gewone elektronische factuur en een gestructureerde elektronische factuur. Een gewone elektronische factuur is bijvoorbeeld een pdf waarvan de opmaak vrij is, zolang alle verplichte gegevens erop staan. Een gestructureerde elektronische factuur is een bestand dat zodanig is opgebouwd dat software het automatisch kan lezen en verwerken. (eFactuur)

    Bij echte digitale facturatie in de zin van de nieuwe regels draait alles rond die tweede categorie: de gestructureerde elektronische factuur. Een pdf per mail versturen wordt door de overheid expliciet niét gezien als e-facturatie in strikte zin, omdat de inhoud niet automatisch kan worden ingelezen.

    Het wettelijke kader in België

    B2B: verplichte gestructureerde e-facturen vanaf 1 januari 2026

    Vanaf 1 januari 2026 moeten bijna alle Belgische btw-plichtige ondernemingen voor hun B2B-transacties gestructureerde elektronische facturen gebruiken. Het gaat om facturen die rechtstreeks tussen de software van leverancier en klant worden uitgewisseld. Een factuur in pdf-formaat per e-mail of via een platform zal dan niet langer volstaan als geldige B2B-factuur. (eFactuur)

    Belangrijke punten:

    • Heb je een actief btw-nummer, dan val je in principe onder de verplichting, ook als je de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen gebruikt (omzet maximaal 25.000 euro) of onder de bijzondere landbouwregeling valt, minstens voor het ontvangen van B2B-facturen.
    • De verplichting geldt voor bijna alle handelingen tussen een Belgische btw-plichtige leverancier en een Belgische btw-plichtige klant, met een beperkt aantal uitzonderingen (zoals failliete ondernemingen, ondernemingen die uitsluitend vrijgestelde activiteiten verrichten onder artikel 44 Btw-Wetboek, bepaalde forfaitaire stelsels en niet in België gevestigde belastingplichtigen zonder vaste inrichting).

    B2G: factureren aan de overheid

    Voor facturatie aan overheden (B2G) bestaat de verplichting al langer. Overheidsinstanties moeten elektronische facturen kunnen ontvangen en verwerken volgens de Europese norm EN 16931, en voor nieuwe overheidsopdrachten vanaf 1 maart 2024 is elektronische facturatie voor leveranciers verplicht in de meeste gevallen, doorgaans vanaf een opdrachtdrempel van 3.000 euro exclusief btw.

    In de praktijk gebeurt B2G-facturatie via het Mercuriusplatform en het Peppol-netwerk.

    B2C en andere situaties

    Voor facturen aan particuliere klanten (B2C) mag je ook na 1 januari 2026 nog papier of pdf gebruiken. De verplichting tot gestructureerde e-facturatie geldt daar niet. Voor B2B en B2G binnen België wordt papier of “gewone” elektronica (pdf) net omgekeerd niet meer aanvaard als conforme factuurvorm.

    Werk je uitsluitend met particulieren, dan moet je zelf geen gestructureerde e-facturen uitsturen, maar je moet wél klaarstaan om gestructureerde e-facturen van je leveranciers te ontvangen. De overheid benadrukt dat je systemen daarvoor tegen januari 2026 moeten zijn aangepast.

    De Europese standaard EN 16931: de taal van de e-factuur

    Achter de schermen wil de overheid vooral dat alle facturen dezelfde taal spreken. Die taal is de Europese standaard EN 16931. Die standaard beschrijft welke informatie op elke elektronische factuur moet staan en hoe die inhoud gestructureerd wordt, zodat software van verschillende partijen ze automatisch kan begrijpen.

    EN 16931 is een “semantische” standaard. Dat betekent dat ze niet zozeer oplegt welke technologie je moet gebruiken, maar wél hoe de gegevens moeten worden geïnterpreteerd. De standaard wordt meestal technisch geïmplementeerd via XML-formats zoals UBL (Universal Business Language) of UN/CEFACT CII. (ClearTax)

    België past EN 16931 al toe voor e-facturen aan de overheid en gebruikt dezelfde norm als basis voor de B2B-verplichting vanaf 2026.

    Peppol en Peppol BIS: het netwerk achter je facturen

    Een gestructureerde e-factuur moet niet alleen de juiste inhoud hebben, ze moet ook veilig bij de klant terechtkomen. Daarvoor gebruikt België het Peppol-netwerk.

    Peppol is een internationaal netwerk voor de veilige, gestandaardiseerde uitwisseling van elektronische documenten, vooral facturen. Je factuursoftware is verbonden met een “access point”, een soort digitale postkamer. Je klant is via een eigen access point aangesloten. Peppol zorgt ervoor dat de factuur automatisch van jouw access point naar dat van de klant gaat, vergelijkbaar met een postnetwerk, maar volledig digitaal. (eFactuur)

    Peppol-BIS is het factuurformaat dat via het Peppol-netwerk wordt gebruikt. Het is een concrete invulling van EN 16931 en maakt gebruik van UBL als technisch formaat. Daardoor kan je software exact herkennen wat de factuurdatum, het btw-bedrag, de klantgegevens en de lijnbedragen zijn, zonder dat iemand nog moet overtypen.

    Binnen België wordt Peppol vanaf 2026 de standaard voor B2B-facturatie. In principe moeten B2B-facturen via Peppol BIS worden verzonden, tenzij beide partijen uitdrukkelijk een andere EN 16931-conforme oplossing overeenkomen.

    Digitale facturatie in de praktijk: hoe ziet dat eruit?

    Versturen van facturen

    Concreet zal je vanaf 2026 je B2B-facturen aanmaken in een facturatie- of boekhoudprogramma dat gestructureerde e-facturen kan genereren en versturen. Voor jou ziet dat vaak nog altijd uit als een gewone factuur met logo en tabel, maar op de achtergrond maakt de software tegelijk een UBL-bestand volgens EN 16931 aan.

    Dat bestand wordt via je Peppol-access point naar het access point van je klant gestuurd. Je klant krijgt de factuur automatisch in zijn boekhoudpakket, zonder manueel overtypen. Veel pakketten sturen ook een pdf-kopie mee, voor wie de factuur graag visueel bekijkt, maar juridisch telt de gestructureerde e-factuur.

    Ontvangen en boeken

    Aan de ontvangende kant komt de factuur rechtstreeks in je software of in het dossier van je accountant terecht. De meeste pakketten herkennen automatisch leverancier, bedrag, btw-tarief en vervaldatum, en kunnen boekingsvoorstellen doen. In plaats van pdf’s te slepen of OCR te gebruiken, werk je met 100 procent gestructureerde data, waardoor fouten en dubbele invoer sterk verminderen.

    Wie valt precies in of buiten de verplichting?

    De officiële e-facturatiewebsite van de overheid geeft een vrij duidelijke samenvatting voor binnenlandse facturen vanaf 1 januari 2026:

    • B2B tussen twee Belgische btw-plichtigen: gestructureerde e-factuur is verplicht, via Peppol, papier en “gewone” elektronica zijn niet toegestaan als formele factuurvorm.
    • B2G: gestructureerde e-factuur is verplicht (met enkele uitzonderingen onder 3.000 euro of afhankelijk van de aanbestedende overheid), papier en pdf worden daar in principe geweigerd.
    • B2C en internationale facturen: daar kan nog papier of pdf, al kan ook een gestructureerde e-factuur mits akkoord van de klant.

    Zelfs als je bijna enkel met particulieren werkt, moet je er rekening mee houden dat je leveranciers vanaf 2026 gestructureerde e-facturen naar jou zullen sturen. Je moet die dus kunnen ontvangen en verwerken.

    Ondernemingen die uitsluitend vrijgestelde activiteiten verrichten onder artikel 44 van het btw-wetboek, zoals bepaalde medische, sociale, culturele en financiële activiteiten, vallen in veel gevallen buiten de verplichting om gestructureerde e-facturen te verzenden of te ontvangen.

    Gevolgen van niet-naleving: btw-aftrek en boetes

    De impact van niet tijdig overschakelen is niet louter technisch, maar ook fiscaal. Advieskantoren wijzen erop dat als je na 1 januari 2026 in een B2B-relatie nog facturen op papier of in pdf ontvangt, de btw daarop niet langer aftrekbaar zal zijn, omdat de factuurvorm niet aan de wettelijke vereisten voldoet.

    Daarnaast is een nieuwe boeteregeling aangekondigd: bij herhaaldelijk uitreiken van niet-conforme facturen kunnen administratieve geldboetes worden opgelegd, bijvoorbeeld 1.500 euro voor een eerste overtreding, 3.000 euro voor een tweede en 5.000 euro voor een derde binnen een bepaalde periode.

    De overheid wil tegelijk de overgang versoepelen door fiscale voordelen te voorzien. Tot 2027 kan je voor bepaalde kosten van e-facturatiesoftware en digitale facturatie een verhoogde kostenaftrek van 120 procent of een verhoogde investeringsaftrek van 20 procent krijgen, afhankelijk van het type investering.

    E-reporting vanaf 2028: de volgende stap na e-facturatie

    Digitale facturatie is niet het eindpunt. België plant om vanaf 1 januari 2028 een systeem van near real time e-reporting in te voeren. Daarbij worden je factuurdata automatisch, via hetzelfde Peppol-netwerk, ook naar de fiscus doorgestuurd. De overheid wordt dan een vijfde “corner” in het Peppol-model. (Fonoa)

    Dit zal de jaarlijkse klantenlisting vervangen en kadert in het Europese ViDA-initiatief (VAT in the Digital Age). Praktisch betekent het dat je software niet alleen gestructureerde e-facturen moet kunnen versturen en ontvangen, maar vanaf 2028 ook klaar moet zijn voor automatische rapportering aan FOD Financiën.

    Stappenplan: hoe maak je je onderneming klaar?

    Je hoeft geen IT-specialist te worden om mee te zijn, maar je doet er goed aan om gestructureerd te werken. Een mogelijk stappenplan:

    Stap 1: Controleer of je in scope bent
    Heb je een actief btw-nummer en factureer je aan andere ondernemingen in België, dan val je vrijwel zeker onder de verplichting. Ook kleine ondernemingen in de vrijstellingsregeling en landbouwbedrijven moeten minstens gestructureerde e-facturen kunnen ontvangen. Twijfel je, bespreek je situatie met je accountant en raadpleeg de officiële vragenlijst op de e-facturatiewebsite.

    Stap 2: Breng je huidige facturatieproces in kaart
    Noteer hoe je vandaag factureert: welke software gebruik je, hoeveel facturen verstuur en ontvang je maandelijks, welk deel is B2B, welk deel B2C, heb je klanten in het buitenland. Dat bepaalt mee welke oplossing zinvol en betaalbaar is.

    Stap 3: Spreek met je accountant
    Vraag expliciet hoe je boekhouder of accountant met e-facturen werkt. Veel kantoren hebben eigen voorkeurpakketten en kunnen je helpen bij de keuze en de aansluiting op Peppol. Maak afspraken over wie wat doet: wie activeert de software, wie beheert de Peppol-ID, hoe worden inkomende facturen geboekt.

    Stap 4: Kies of activeer geschikte software
    Gebruik je al een boekhoud- of facturatieprogramma, check dan of het gestructureerde e-facturen kan verzenden en ontvangen via Peppol BIS en een EN 16931-conform formaat. De overheid publiceert een lijst met erkende oplossingen, en heel wat pakketten hebben inmiddels een Peppol-koppeling.

    Stap 5: Stel interne afspraken en templates bij
    Zorg dat je factuursjablonen alle verplichte gegevens bevatten zodat de software probleemloos EN 16931-conforme facturen kan genereren. Denk aan correcte KBO- en btw-nummers, duidelijke omschrijvingen en juiste btw-tarieven. Leg vast wie facturen opstelt, controleert en verstuurt, en hoe snel dat gebeurt.

    Stap 6: Informeer klanten en leveranciers
    Laat je klanten en leveranciers weten dat je overschakelt op gestructureerde e-facturatie en deel indien nodig je Peppol-ID (meestal je KBO- of btw-nummer). Sommige grote klanten zullen zelf deadlines opleggen waarop zij enkel nog e-facturen accepteren.

    Stap 7: Test ruim voor 2026
    Wacht niet tot december 2025 om je eerste e-factuur te sturen. Doe een test met een paar vaste klanten en leveranciers, controleer of facturen correct aankomen en boekhoudkundig goed verwerkt worden, en stuur indien gewenst parallel nog een pdf-kopie mee.

    Korte FAQ voor ondernemers

    Mag ik na 1 januari 2026 nog pdf-facturen sturen?
    Voor B2C mag dat nog, zolang de klant akkoord is. Voor binnenlandse B2B-facturen tussen btw-plichtigen volstaat een pdf niet meer als conforme factuur. De wettelijk geldige factuur zal de gestructureerde e-factuur zijn. (eFactuur)

    Ik werk alleen met particulieren, moet ik iets doen?
    Voor je uitgaande facturen naar particulieren niet, daar blijft papier of pdf toegelaten. Maar je leveranciers zullen jou B2B wel gestructureerde e-facturen willen sturen, en jij zal die correct moeten kunnen ontvangen en bewaren. Een minimale e-facturatieoplossing is dus toch nodig.

    Ik zit in de vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen, geldt dit ook voor mij?
    Ja, de overheid zegt expliciet dat de verplichting geldt zodra je een actief btw-nummer hebt, ook in de vrijstellingsregeling. Je zal dus minstens e-facturen moeten kunnen ontvangen en, als je aan andere ondernemingen factureert, zelf gestructureerde e-facturen moeten uitsturen.

    Ik ben volledig vrijgesteld onder artikel 44 (bijvoorbeeld bepaalde medische of onderwijsactiviteiten), wat dan?
    Ondernemingen die uitsluitend vrijgestelde handelingen verrichten onder artikel 44 vallen in veel gevallen buiten de B2B e-factureringsverplichting. Let wel: zodra je bijkomende, btw-belaste activiteiten hebt en dus (gedeeltelijk) btw-plichtig wordt, kan de verplichting alsnog spelen. Laat je in dat geval goed adviseren.

    Slot: zie digitale facturatie als hefboom, niet alleen als verplichting

    Digitale facturatie is duidelijk meer dan “een ander soort pdf”. Het is een combinatie van juridische regels, Europese standaarden en technische netwerken die ervoor zorgen dat facturen volledig automatisch kunnen stromen tussen bedrijven, en vanaf 2028 ook richting fiscus.

    Voor jou als ondernemer betekent dit op korte termijn wat werk, maar op langere termijn ook voordelen: minder manueel typwerk, minder fouten, beter zicht op openstaande facturen en vaak sneller betalingen. Zorg dat je nu al de eerste stappen zet, in overleg met je accountant en softwareleverancier, zodat je tegen 2026 niet onder tijdsdruk verplicht moet improviseren.

  • Wat ondernemers moeten weten na het kamerdebat van 6 juni 2025

    Arbeidsmarkt en loonkosten
    De federale regering houdt vast aan de ambitie om de werkzaamheidsgraad naar  80 % te tillen. Een leidend principe daarbij is dat werken netto minstens  € 500 per maand méér moet opleveren dan niet‑werken.

    In dat kader worden de lastenverlaging bij een eerste aanwerving en een bredere verlaging van de werkgeversbijdragen – samen goed voor circa  €  1  miljard – verder uitgewerkt in de komende programmawet. Voor start‑ en scale‑ups betekent dit dat het loonkostvoordeel in de beginfase overeind blijft.

    Vrijwillige overuren (“relance‑overuren”)
    De populaire regeling waarbij werknemers tot 120 RSZ‑vrije overuren bruto = netto kunnen presteren, loopt eind juni af. De oppositie probeerde een onmiddellijke verlenging tot 360 uur (450 uur in de horeca) af te dwingen; de meerderheid verwierp de spoedprocedure, maar bevestigde dat de regering vóór 30  juni met een verlenging komt. Ondernemers mogen er dus van uitgaan dat de regeling doorloopt – nuttig voor piekperiodes zonder extra administratie.

    Burn‑out en langdurige ziekte
    Fedris breidt zijn pilootproject voor snelle burn‑out‑screening en begeleiding uit naar alle economische sectoren én de non‑profit. Daarnaast wordt het re‑integratiekader aangescherpt: werkgevers worden expliciet aangemoedigd om vroeg contact te houden met uitgevallen werknemers. Reken op bijkomende verplichtingen, maar ook op gesubsidieerde trajecten die de interne re‑integratiekosten drukken.

    Gezin & werk
    Cd&v schoof opnieuw het idee van een “familiekrediet” naar voren: 24 maanden verlofrechten per kind die ouders, grootouders of plusouders flexibel kunnen opnemen. De regering houdt het voorstel “onder studie”. Wordt het ingevoerd, dan stijgt het aantal afwezigheidsdagen, maar kan de uitval door burn‑out juist dalen.

    Fiscale hervorming in de steigers
    De contouren van een vermogenswinstbelasting liggen nog op tafel; parameters zoals vrijstellingsdrempel en termijn zijn punt van discussie.

    Tegelijk circuleren plannen om aftrekken – alimentatie, rechtsbijstandverzekering, DBI – in te perken en enkele accijnzen (suiker, koffie, verpakkingen) te hertekenen. Holdings, familiale aandeelhouders en dranken‑ of verpakkingsproducenten doen er goed aan scenario’s klaar te hebben.

    Chemie en milieu: PFAS
    Begin  2025 zijn 32 PFAS‑houdende fyto­producten verboden – goed voor 41 % van de verkoop in 2023. Daarnaast komt er samen met de gewesten een sectorfonds dat milieu‑ en gezondheidskosten volgens het “vervuiler‑betaalt”‑principe recupereert. Chemie‑ en agro­bedrijven moeten alternatieven voorzien; ook grond‑ of watergebruikers kunnen op termijn bijdragen verschuldigd zijn.

    Dierenwelzijn en procesrisico
    Het voorstel om dierenrechten‑ngo’s zelfstandig naar de rechter te laten stappen is verworpen. Voor ondernemingen in vlees‑ en voedselsector verandert er niets aan de huidige sanctie‑ en procespraktijk.

    Samenvatting mogelijke actiepunten

    1. Budgetteren: hou rekening met een lichte daling van werkgeversbijdragen, maar voorzie marge voor het wegvallen van fiscale aftrekken.
    2. HR‑planning: denk na over arbeidsreglementen voor verlengde vrijwillige overuren en toekomstige familiekredieten; leg re‑integratieprocedures vast.
    3. Milieurisico’s: breng PFAS‑blootstelling in kaart en volg het opzetten van het sectorfonds.
    4. Stakeholders: informeer aandeelhouders over de mogelijke meerwaardebelasting en werk verschillende scenario’s uit.

    De definitieve teksten van de programmawet worden vóór 1 juli verwacht.

  • Koppelverkoop met verzekeringen in 2025: wat mag wel en wat niet?

    Update november 2025

    Koppelverkoop komt overal voor: een lening met een verzekering, een betaalrekening met een aankoopbescherming, een vakantie met een annulatieverzekering. Handig, zolang je als klant keuze houdt en weet wat je koopt. In mei 2025 publiceerden de FSMA en de FOD Economie een gezamenlijke praktijkgids die precies uitlegt welke spelregels gelden als er een verzekering in het pakket zit. Deze blog zet de regels helder op een rij én verwerkt de recente wijzigingen voor hypotheken die gelden sinds 1 juni 2024. (Economie)

    In één oogopslag

    • Bundling (vrijwillig pakket) kan, tying (verplichte combinatie) meestal niet.
    • Als er een verzekering in het pakket zit, gelden extra informatieplichten en een behoefteanalyse.
    • Consumentenkrediet + verzekering: tying verboden, bundling kan met volledige keuzevrijheid.
    • Hypotheek + verzekering: enkele verzekeringen mogen verplicht zijn als aangehecht contract; voor kortingen bij bundels gelden sinds 1 juni 2024 striktere voorwaarden.
    • Los van alles: elk aanbod moet eerlijk en duidelijk zijn (geen misleiding of druk). (Economie)

    1) Begrippen die je nodig hebt

    Koppelverkoop is de overkoepelende term: een pakket met minstens één verzekering.
    Bundling betekent dat de onderdelen ook los verkrijgbaar zijn.
    Tying betekent dat je de onderdelen verplicht samen moet nemen.
    Let op: de gebruikte termen verschillen per wet (Boek VI WER, Boek VII WER, Wet Verzekeringen), maar dit is de logica die de praktijkgids aanhoudt. (Economie)


    2) Het juridische kader in het kort

    • Lex specialis: als er een verzekering in het spel is, heeft art. 286 Wet Verzekeringen (IDD-omzetting) voorrang op het algemene verbod op het gezamenlijk aanbod uit Boek VI WER. De verzekeringsregels bepalen dus in welke scenario’s bundling of tying kan. (Economie)
    • Altijd geldt de toets van oneerlijke handelspraktijken (Boek VI WER). Een bundel die misleidt of ongepaste druk zet, is verboden, ook al lijkt ze formeel te passen in een uitzonderingsregel. Het Hof van Justitie bevestigde dit onder meer in Wind Tre/Vodafone (vooraf geactiveerde betaalde diensten) en Compass Banca (extra informatie bij gelijktijdige aanbiedingen). (EUR-Lex)

    3) Wat moet je vóór de verkoop vertellen?

    Verkoop je een pakket met een verzekering, dan moet je vóór het afsluiten:

    1. Zeggen of de onderdelen ook afzonderlijk te koop zijn.
    2. Per onderdeel de kenmerken en, waar van toepassing, de kosten geven.
    3. Uitleggen hoe de combinatie de dekking/risico’s wijzigt ten opzichte van de onderdelen apart.
    4. Voor elke verzekering een behoefteanalyse doen (ook online, geen vooraf aangevinkte vakjes). (Economie)

    Bij kredieten horen daar de vaste SECCI/ESIS-documenten bij. Als een verzekering verplicht is om het krediet te krijgen of om een korting te krijgen, moeten de kosten daarvan in het JKP. (Economie)


    4) De belangrijkste scenario’s

    A. Verzekering + niet-financieel product of dienst

    Voorbeeld: smartphone + toestelverzekering, fiets + diefstalverzekering, reis + annulatieverzekering.
    Regel: alleen bundling.

    De klant moet het hoofdproduct zonder de verzekering kunnen kopen. Een verplichte annulatieverzekering bij een (pakket)reis kan dus niet; een optie mag wel. (Economie)

    B. Betaalrekening + verzekering

    Tying is niet toegestaan. Een betaalrekening moet afzonderlijk beschikbaar zijn. Bundling kan (bijvoorbeeld met een optionele aankoopbescherming), maar keuzevrijheid en duidelijke info zijn verplicht. Dit sluit aan bij de Payment Accounts Directive. (Economie)

    C. Twee verzekeringen samen

    Een verzekeraar mag pakketten aanbieden (bundling) en bijvoorbeeld een pakketkorting geven. Tying tussen twee losse verzekeringen kan onder Boek VI WER evenwel als een verboden gezamenlijk aanbod tellen, tenzij de producten één functioneel geheel vormen. Transparantie en een echte behoefteanalyse blijven nodig. (Economie)

    D. Consumentenkrediet + verzekering

    Tying is verboden: de kredietgever of -bemiddelaar mag je niet verplichten een andere overeenkomst te tekenen, ook niet bij een door hem aangeduide derde (art. VII.87, §1 WER). Bundling kan wél, met vrije keuze van verzekeraar en heldere informatie. Als de verzekering verplicht is voor het krediet of voor de korting, horen de kosten in het JKP. (Credit2Consumer)

    E. Hypothecair krediet + verzekering

    1) Aangehecht contract (toegestane tying)
    Een beperkt lijstje verzekeringen mag de bank verplichten als kredietvoorwaarde:

    • schuldsaldo/overlijden
    • brandverzekering op het onderpand
    • borgtochtverzekering

    Voor zo’n aangehecht contract moet er een apart document zijn met vaste vermeldingen, en je behoudt de vrije keuze van verzekeraar: de bank moet een gelijkwaardige polis van jouw keuze aanvaarden. Niet naleven kan leiden tot opeisbaarheid van het krediet. (Economie)

    2) Bundelkortingen bij hypotheken (sinds 1 juni 2024)
    Korting op de debetrente mag, maar de wet legt extra waarborgen op:

    • De korting per voorwaarde moet afzonderlijk in de kredietovereenkomst staan.
    • Er mag geen bemiddelaar worden opgelegd.
    • De bank moet de korting behouden als je na het eerste derde van de looptijd naar een andere dienstverlener overstapt (onder voorwaarden).
      Deze regels volgen uit de wet van 5 november 2023 en gelden sinds 1 juni 2024. (Etaamb)

    3) Krediet met wedersamenstelling van kapitaal (toegevoegd contract)
    Bij deze formule bouw je via een verzekering of spaarproduct kapitaal op om het einde van de looptijd te financieren. Dit toegevoegd contract maakt deel uit van de kredietconstructie en wordt anders behandeld dan een gewone nevendienst. Transparantie en zorgvuldigheid blijven sleutelwoorden. (Economie)


    5) Oneerlijke handelspraktijken: de vangnettoets

    Zelfs als een bundel formeel mag, blijft de unfair practices-toets gelden. De praktijk mag niet misleidend zijn en er mag geen ongepaste druk zijn. Het Hof van Justitie onderstreepte dit in Wind Tre/Vodafone (verboden vooraf geactiveerde betaalde diensten) en Compass Banca (extra informatie kan nodig zijn als twee aanbiedingen tegelijk worden gepresenteerd). (EUR-Lex)


    6) Wat verandert nog?

    De nieuwe EU-Consumentenkredietrichtlijn (EU) 2023/2225 moet uiterlijk 20 november 2025 worden omgezet. De regels zijn van toepassing vanaf 20 november 2026. Reken op nog meer aandacht voor transparantie, kredietwaardigheid en digitale verkoop. (EUR-Lex)


    7) Praktische checklists

    Voor aanbieders

    • Geef per component heldere info en, waar relevant, aparte prijzen.
    • Documenteer de behoefteanalyse per verzekering.
    • Zorg bij hypotheken voor het aangehecht-document, vrije keuze van verzekeraar en correcte toepassing van de bundelkorting-regels sinds 1 juni 2024.
    • Laat het JKP kloppen wanneer een verzekering verplicht is voor het krediet of voor de korting. (Economie)

    Voor consumenten

    • Vraag altijd: kan ik dit ook zonder? en wat kost elk deel apart?
    • Laat je niet wijsmaken dat een verzekering “moet”, tenzij het om een aangehecht contract bij een hypotheek gaat. Dan nog kies jij de verzekeraar.
    • Vergelijk totaalpakketten: een rentevoordeel kan wegvallen tegen een hogere premie elders.
    • Lees de SECCI/ESIS en bekijk het JKP mét en zonder verzekeringen. (Economie)

    Bronnen en nuttige links

    • Gezamenlijke praktijkgids FSMA/FOD over koppelverkoop met een verzekeringscomponent (23 mei 2025). (Economie)
    • Wet 5 november 2023 (in werking 1 juni 2024) met de nieuwe regels voor bundelkortingen bij hypotheken (art. VII.147 WER). (Etaamb)
    • Consumentenkrediet: artikel VII.87, §1 WER (verbod op opgelegde nevendiensten) en FOD-uitleg over JKP en keuzemogelijkheden. (Credit2Consumer)
    • Betaalrekeningen: Payment Accounts Directive 2014/92/EU (richtsnoer voor afzonderlijke beschikbaarheid van niet-essentiële diensten). (EUR-Lex)
    • Unfair practices: HvJ Wind Tre/Vodafone (13 september 2018) en Compass Banca (14 november 2024). (EUR-Lex)
    • ESMA-richtsnoeren over cross-selling (MiFID II). (ESMA)
    • EIOPA-waarschuwing over bancassurance en kredietbeschermingsverzekeringen (CPI). (eiopa.europa.eu)
    • CCD II: Richtlijn (EU) 2023/2225 — omzetting uiterlijk 20 november 2025, toepassing vanaf 20 november 2026. (EUR-Lex)

    Deze blog is zuiver informatief en vervangt geen professioneel juridisch advies.

  • Koppelverkoop verzekeringen 2025-2026: wat staat er in de nieuwe FSMA-praktijkgids?

    TL;DR
    De FSMA (de Belgische toezichthouder op financiële producten) verzamelde álle spelregels over “koppel­verkoop” van verzekeringen in één handige praktijkgids (FSMA_2025_09, 23 mei 2025). Het document is geen nieuwe wet, maar het vertelt je wel hoe en wanneer je een verzekering nog samen met een krediet, betaalrekening of ander product mag aanbieden. In deze blogpost vind je een leesbaar overzicht plus een mini-woordenboek voor wie niet dagelijks in de compliance-lianen hangt.


    1 | Drie wetboeken, één onderwerp

    LaagVoor wie?Wat regelt ze?
    Boek VI WER – “Handelspraktijken”álle ondernemingenVerbiedt tying (verplicht pakket) met financiële diensten, tenzij uitzondering; toetst ook of iets een oneerlijke handelspraktijk is.
    Wet Verzekeringen(IDD-omzetting)verzekeraars & tussenpersonenVertelt of je een polis verplicht mag koppelen en welke info vooraf móét.
    Boek VII WER – “Kredieten”banken & kredietmakelaarsSpecifieke regels voor hypothecair en consumentenkrediet (bv. rente-korting, JKP, verzekeraar-keuze).

    Belangrijk: De Wet Verzekeringen is een lex specialis: waar ze spreekt, primeert ze op Boek VI.


    2 | Tying, bundling & co in gewone mensentaal

    TermSimpel uitgelegd
    TyingJe moet product A + product B samen nemen. Denk aan een hypotheek waarbij de bank eist dat je de verplichte brandpolis ook bij haar sluit.
    BundlingProducten worden in één pakket verkocht, maar je kúnt elk deel ook apart kopen. Vaak lokt de bundel met een korting.
    Oneerlijke handelspraktijkElke verkoops- of marketingwijze die jij als consument misleidend, agressief of onduidelijk zou vinden, en waardoor je een aankoop doet die je anders niet had gedaan.
    IDDEuropese richtlijn “Insurance Distribution”. Legt gedrags- en informatieplichten op aan àlle personen die verzekeringen verkopen.
    NevendienstExtra service die samen met je krediet/rek. verkocht wordt (bv. schuldsaldo-verzekering).
    Aangehecht contractVerzekering die expliciet in de krediet­akte als voorwaarde staat (schuldsaldo, brand). Niet betalen → bank kán krediet opeisbaar stellen.
    Toegevoegd contractSpaar- of levensverzekering bij “krediet met wedersamenstelling” (tak 23 e.d.) die je kapitaal op het einde moet aanzuiveren.
    JKP (Jaarlijks Kosten­percentage)Het “all-in”-rentecijfer dat alle gekende kosten in een krediet omzet naar een jaarpercentage – handiger om leningen te vergelijken.
    FSMA / FOD EconomieToezichthouders. FSMA focust op financiële sector; FOD Economie bewaakt de algemene consumentenregels.

    3 | Spelregels in één schema

    HoofdproductNevenproductTyingBundlingExtra eisen
    VerzekeringAnder goed/dienstJa, magJa, magPrijs & dekking per component tonen
    Ander goed/dienst (bv. fiets)VerzekeringNeeJaFiets moet solo verkoopbaar blijven
    Beleggingsdienst / gestructureerde depositoVerzekeringJaJaMiFID-info + risicobeschrijving
    Hypothecair kredietVerzekeringNee*JaUitzondering: aangehecht/toegevoegd contract
    ConsumentenkredietVerzekeringNeeJaBank mag verzekeraar niet opleggen
    BetaalrekeningVerzekeringNeeJa
    (Pakket)reisReis­verzekeringNeeJaKlant moet reis kunnen boeken zónder polis

    Iets visueler, vanuit de publicatie zelf:

    4 | Highlights voor 2025-2026

    1. Nieuwe krediet-kortingsregels (1 juni 2024)
      • Rente-korting moet per voorwaarde zichtbaar zijn.
      • Na ⅓ looptijd mag klant gratis naar andere verzekeraar zonder verlies van korting.
    2. Tightere bancassurance-controle
      • EIOPA waarschuwt voor hoge commissies & verplichte pakketten.
      • FSMA verwacht dat banken het premie-nadeel vs. rente-voordeel uitdrukkelijk uitleggen.
    3. Digitale verkoop
      • Geen vooraf aangevinkte boxen: klant moet actief aangeven dat hij polis wil.
      • Needs-analyse blijft verplicht, ook in app of webflow.
    4. Roadmap 2025-2026
      • Q3 2025: IT-flows klaar voor nieuwe precontractuele schema’s.
      • Q4 2025: Training sales & customer-care op vernieuwde “vrije keuze”-regels.
      • Jan 2026: Centraal pensioen­overzicht vervangt jaarlijkse fiches (tweede pijler) – pensioen­instellingen moeten data aanleveren via FSMA-kaders.

    5 | Checklist voor compliance

    1. 🔍 Map al je bundels: welke combinaties verkoop je vandaag?
    2. 📝 Label per bundel: hoofd- vs. nevenproduct, tying/bundling, eventuele kredietvoorwaarde.
    3. 🛠️ Update document­generator: aparte prijzen, JKP, switch-datum, aangehecht contract-bijlage.
    4. 💬 Herschrijf scripts & webcopy: leg keuzevrijheid én voordelen helder uit.
    5. 🎯 Herbekijk incentives: variabele verloning mag geen druk zetten om duurder pakket te pushen.
    6. 📚 Train frontline: basisbegrippen + nieuwe “bewijs van vrije keuze”-rules.
    7. 🚦 Incident-flow: als klant klaagt over “verplichte” verzekering, moet bewijs (checkbox, paraaf) snel traceerbaar zijn.

    6 | Waarom dit ertoe doet

    • Reputatie: (social)-media-shaming na “verplichte” polissen treft merkvertrouwen.
    • Boetes: onrechtmatig bundelen kan leiden tot nietigheid van clausule + FSMA-sancties tot €2,5 mln.
    • Klantretentie: transparante pakketten verlagen uitstap na ⅓ looptijd en verhogen cross-sell later.

  • CSRD & ESRS-compliance in België

    Zo dien je in 2025 een iXBRL-duurzaamheidsrapport in

    Bedrijven die vanaf boekjaar 2024 onder de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vallen, moeten hun eerste duurzaamheidsverklaring al in het voorjaar 2025 indienen. De Belgische wetgever en de FSMA hebben ondertussen vastgelegd hoe je dat doet: in één XHTML-/iXBRL-bestand dat je via eCorporate uploadt en dat meteen in STORI wordt gepubliceerd. In dit artikel lees je stap-voor-stap wat er technisch nodig is, inclusief kant-en-klare code-snippets.


    De wettelijke basis: wat eist België precies?

    • De Wet van 2 december 2024 zet de CSRD om en verplicht dat de duurzaamheidsinformatie “uitsluitend in digitale vorm volgens de ESEF-specificaties” wordt neergelegd. 
    • De FSMA-mededelingen FSMA 2023_26 en FSMA 2024_02 verduidelijken dat dit in de praktijk neerkomt op één geïntegreerd XHTML-bestand met inline XBRL-tags op basis van de ESRS-taxonomie, en dat beursgenoteerde ondernemingen maximaal vier maanden na jaar-einde moeten indienen. 

    Het verplichte bestandsformaat: XHTML + iXBRL

    Net als je ESEF-jaarrekening is het duurzaamheidsrapport:

    1. Een gewone webpagina (.xhtml) die je in elke browser kunt openen.
    2. Machine-leesbaar dankzij inline XBRL-tags (iXBRL).
    3. In hetzelfde ZIP-containerbestand als je financiële staten, dus geen aparte upload.

    De FSMA-FAQ over ESEF herhaalt dat uitsluitend dit formaat via eCorporate wordt geaccepteerd en daarna automatisch naar STORI gaat. (fsma.be)


    De ESRS XBRL-taxonomie: waar vind je die?

    EFRAG publiceerde op 30 augustus 2024 de definitieve ESRS Set 1 XBRL-taxonomie. Dit “woordenboek” bevat een tag voor elk datapunt uit de twaalf basisstandaarden en is al aan de Europese Commissie en ESMA overgedragen. 

    Download het ZIP-bestand en voeg het aan je tagging-software toe; er zijn geen Belgische extensies nodig.


    Tagging-regels & ESMA-RTS

    ESMA consulteert sinds 13 december 2024 een concept-RTS om de ESRS-taxonomie in het ESEF-besluit op te nemen. Het voorstel maakt block-tagging bindend voor FY 2024-rapporten; fijnmazige tagging wordt in fases verplicht. Verwachte inwerkingtreding: einde 2025. 


    De Belgische workflow (eCorporate naar STORI naar ESAP)

    1. Valideer je .xhtml lokaal (zie voorbeeld verderop).
    2. Upload het via eCorporate : dit portaal is al jaren in gebruik voor ESEF-jaarrekeningen. (fsma.be)
    3. Publicatie: het bestand verschijnt meteen in STORI, het Belgische OAM. 
    4. Doorstroming: vanaf 2027 zet ESAP de Belgische filings automatisch in een EU-brede databank.

    Enkele concrete voorbeelden

    1 | Inline numeric tag

    <p>
      Scope-1 emissies (tCO₂e):
      <ix:nonNumeric name="esrs:E1-GHGScope1Emissions"
                     contextRef="FY2024"
                     unitRef="u:tCO2e"
                     decimals="0">125 000</ix:nonNumeric>
    </p>
    

    2 | Eigen KPI met anchoring

    <link:definitionArc xlink:type="arc"
                        xlink:from="ext:PlasticPackagingIntensity"
                        xlink:to="esrs:E5-6DisclosedMetric"
                        arcrole="http://www.xbrl.org/2003/arcrole/general-special"/>
    

    3 | Validator-run met Arelle CLI

    arelleCmdLine --file ABC_2024_ESRS.xhtml \
                  --plugin validate/ESEF \
                  --taxonomy-package esrs-set1-2024-08-30.zip \
                  --validate
    

    4 | Automatiseren in Python

    from arelle import Cntlr
    Cntlr.CntlrCmdLine.parseAndRun([
        '--file', 'ABC_2024_ESRS.xhtml',
        '--validate'
    ])
    

    Checklist: klaar voor het FY 2024-rapport?

    1. Installeer de ESRS Set 1-taxonomie.
    2. Map alle verplichte datapoints; bouw extensies alleen waar strikt nodig.
    3. Valideer op schema-, calculatie- en consistentieregels.
    4. Voeg de duurzaamheidsverklaring toe aan je ESEF-ZIP.
    5. Upload via eCorporate uiterlijk vier (beursgenoteerd) of zes maanden (overige PIE’s) na 31 december 2024.
    6. Bewaar validator-log en assurance-rapport. De FSMA kan er om vragen.

    Niet vertrouwd met ESEF, iXBRL & co?

    Ben je nog niet thuis in afkortingen als ESEF-formaatXBRL of inline XBRL? Kort de essentie:

    • ESEF (European Single Electronic Format) is de door ESMA verplichte container voor jaarverslagen: één XHTML-webpagina die zowel leesbaar is in elke browser als machine-leesbaar dankzij tags. (esma.europa.eu)
    • XBRL (eXtensible Business Reporting Language) is de internationale syntax waarmee cijfers en tekst als gestructureerde data worden uitgewisseld.
    • iXBRL (inline XBRL) verbindt het beste van twee werelden: de XBRL-tags zitten “inline” in hetzelfde HTML-bestand, zodat je één enkel document hebt dat mens- én machine-leesbaar is. (xbrl.org)

    In dit artikel focussen we op de concrete stappen voor Belgische CSRD-compliance. Wil je eerst de basis leren? Lees dan onze aparte posts ESEF in 10 minuten en XBRL vs iXBRL: wat is het verschil?.

  • XBRL versus iXBRL: wat is het verschil?

    Waarom je het móét weten vóór je volgende jaarverslag

    Er is de laatste jaren een digitale snelweg ontstaan voor financiële én duurzaamheidsrapportage. Wie een jaarverslag of CSRD-rapport inlevert, hoort plots overal termen als XBRLinline XBRL (iXBRL) en ESEF.

    Maar wat betekenen die afkortingen precies – en vooral: waarin verschilt iXBRL van het “gewone” XBRL-bestand waarmee accountants al jaren werken? In een kleine tien minuten lees je het hele verhaal, compleet met mini-voorbeelden uit de praktijk.


    1. XBRL in een notendop

    XBRL – voluit eXtensible Business Reporting Language – is een open, op XML gebaseerde standaard uit 1998 waarmee je elke regel in een jaarrekening van een unieke tag voorziet.

    Die tags zorgen ervoor dat software de cijfers razendsnel kan verzamelen, vergelijken en doorrekenen. Regulators adopteerden het model wereldwijd: bij de SEC werd XBRL al in 2009 verplicht als apart data-exhibit bij Form 10-K’s en 10-Q’s; het werd in 2023 volledig vervangen door de inline-variant (zie § 4) .

    Een klassiek XBRL-bestand is een machine-leesbare XML-file; voor mensen oogt het vooral als ondoorgrondelijke code.

    <xbrli:xbrl ...>
      <xbrli:context id="FY2024">...</xbrli:context>
      <ifrs:ProfitLoss contextRef="FY2024"
                       unitRef="EUR"
                       decimals="0">48123000</ifrs:ProfitLoss>
    </xbrli:xbrl>
    

    2. De beperking van ‘plain’ XBRL

    Die pure XML-instantie is geweldig voor data-analisten, maar níet om snel door te bladeren of te publiceren op een corporate website. Je had dus altijd twee versies nodig: een “mens-pdf” en een “machine-xml”. Dubbel werk, dubbele kans op fouten.


    3. iXBRL: tags in je webpagina

    Inline XBRL (iXBRL) lost dat op door de tags in een gewone HTML- of XHTML-pagina te embedden. Daardoor wordt één enkel bestand zowel leesbaar in elke browser als doorzoekbaar door algoritmen. De Europese toezichthouder ESMA heeft precies om die reden iXBRL tot standaardformat gebombardeerd voor de European Single Electronic Format (ESEF); alle beursfondsen in de EU rapporteren sinds boekjaar 2020 op die manier .

    <p>
      Nettowinst boekjaar 2024:
      <ix:nonFraction name="ifrs-full:ProfitLoss"
                      contextRef="FY2024"
                      unitRef="u:EUR"
                      decimals="0">48 123 000</ix:nonFraction>
    </p>
    

    Voor het oog staat er één zin; voor software is het exact dezelfde tag als in het XML-voorbeeld hierboven.


    4. XBRL vs iXBRL – de kernverschillen

    • Bestandsvorm – XBRL is een los XML-document; iXBRL is een XHTML-pagina met ingebedde tags. Daardoor hoef je nog maar één bestand te maken en in te dienen .
    • Leesbaarheid – XBRL vergt speciale software, iXBRL opent in elke browser.
    • Minder frictie bij filing – iXBRL wordt in steeds meer rechtsgebieden verplicht: het Verenigd Koninkrijk vroeg er al in 2011 om voor alle aangiften bij HMRC ; de VS stapte in 2019 gefaseerd over; de EU heeft het sinds 2020 als norm voor alle ESEF-jaarverslagen .

    5. Waarom kiezen toezichthouders massaal voor iXBRL?

    • Transparantie – beleggers en journalisten lezen het verslag meteen in hun browser, maar kunnen dezelfde file ook rechtstreeks in hun analyse-tool laden.
    • Efficiëntie – geen dubbele conversies meer; minder hand-copy-paste, minder fouten.
    • Snellere data-distributie – omdat de machine-laag al in het bronbestand zit, kan de Officially Appointed Mechanism (bijv. FSMA-STORI) of de SEC-database de cijfers onmiddellijk via API’s uitrollen.

    6. Hoe begin je er zelf aan?

    1. Download de juiste taxonomie (IFRS of ESRS) en laad die in je tagging-software.
    2. Maak één XHTML-document; plaats de XBRL-tags inline.
    3. Valideer met een tool als Arelle – de ESEF-handleiding bevat alle must- en should-regels .
    4. Dien in via je nationale portaal (bijv. eCorporate → STORI in België) of EDGAR in de VS, afhankelijk van je noteringsplaats.

    7. De toekomst: CSRD & ESRS

    Voor duurzaamheidsrapportage geldt exact dezelfde filosofie: de ESRS XBRL-taxonomie wordt simpelweg boven op de IFRS-laag gestapeld en meegepakt in dezelfde inline-container. Wie zijn ESEF-proces op orde heeft, hoeft dus géén nieuw formaat te leren – alleen extra tags te mappen.


    Dus?

    XBRL was de eerste grote stap naar gestandaardiseerde, machine-leesbare rapportage. iXBRL gaat een niveau verder door mens én machine tegelijk te bedienen in één en hetzelfde document. Regulators houden van die efficiëntie – en daarom zien we wereldwijd een snelle verschuiving van “plain” XBRL naar inline-XBRL.

    Zorg dus dat je tooling XHTML-bestanden met inline-tags kan genereren; dan ben je future-proof voor zowel financiële als ESG-rapportage.

    Meer weten? In onze aparte blogs lees je ESEF in 10 minuten en een stap-voor-stap-gids voor CSRD & ESRS-compliance.

  • ESEF in 10 minuten: jouw snelle gids voor digitale jaarverslagen

    Zoek je in drie alinea’s wat ESEFXHTML en iXBRL precies betekenen? Dan zit je hier goed. In minder dan tien minuten begrijp je waarom Europese beursgenoteerde ondernemingen hun jaarverslag niet langer als pdf mogen indienen, maar als één slim web-bestand.


    1. Wat is ESEF?

    ESEF staat voor European Single Electronic Format. Sinds het boekjaar 2020 verplicht de Europese beurstoezichthouder ESMA alle emittenten op een gereglementeerde EU-markt om hun jaarlijkse financiële rapport (AFR) als XHTML-bestand in te dienen.

    Dat XHTML-document ziet er in een browser uit als een gewone webpagina, maar bevat onder de motorkap XBRL-tags waarmee software elk cijfer en elk tekstblok onmiddellijk kan uitlezen – precies het doel van de digitaliseringsgolf die ESMA in 2019 aftrapte.


    2. Hoe werkt dat technisch?

    • XHTML + iXBRL
      XHTML is een strengere, machinevriendelijke variant van HTML. Dankzij inline XBRL (iXBRL) – tags die in de html-code “meereizen” met de tekst – is het document tegelijk leesbaar voor mensen én machines.
    • IFRS-taxonomie
      De tags verwijzen naar de door ESMA goedgekeurde IFRS XBRL-taxonomie. Vanaf verslagjaar 2022 moeten ook de toelichtingen in de jaarrekening “block-tagged” zijn; de 2024-core-taxonomie brengt weer nieuwe concepten en is verplicht voor boekjaren die op of na 1 januari 2025 beginnen.
    • Validatie en neerlegging
      ESMA publiceert elk jaar een geüpdatete ESEF Reporting Manual en stelt een gratis validator (Arelle) ter beschikking. Na validatie leg je het XHTML-bestand via het nationale OAM (bijv. FSMA-STORI in België) neer; vanaf 2027 wordt het automatisch doorgestuurd naar het European Single Access Point (ESAP).

    3. Wat is er nieuw in 2025?

    ESMA consulteert op dit moment een RTS-wijziging om de ESEF-regels uit te breiden naar duurzaamheidsrapportage. Bedrijven konden tot 31 maart 2025 reageren; de definitieve regels worden eind 2025 verwacht. Belangrijk: het basisformaat (XHTML + iXBRL) verandert niet, maar de ESRS-taxonomie komt als extra laag bovenop de IFRS-tags.


    4. Mini-voorbeeld: zo ziet een tag eruit

    <p>
      Nettowinst boekjaar 2024:
      <ix:nonFraction name="ifrs-full:ProfitLoss"
                      contextRef="FY2024"
                      unitRef="u:EUR"
                      decimals="0">48 123 000</ix:nonFraction>
    </p>
    

    In je browser lees je “Nettowinst boekjaar 2024: 48 123 000”, terwijl analyse-software exact weet dat het om ifrs-full:ProfitLoss in euro’s gaat.


    5. Eerste stappen om compliant te worden

    1. Installeer de laatste ESEF-taxonomie (en vanaf FY 2025 de core-taxonomie 2024).
    2. Map je IFRS-cijfers en – sinds 2022 – de toelichtingen naar de juiste tags.
    3. Genereer één XHTML-bestand en valideer met Arelle of vergelijkbare tooling.
    4. Dien het bestand in via je lokale OAM vóór de wettelijke deadline (meestal vier maanden na balansdatum).

    Meer weten?

    Wil je weten hoe je duurzaamheidsdata toevoegt? Lees onze post CSRD & ESRS-compliance in België.

    Nog onbekend met tags en contextRefs? Check XBRL vs iXBRL: wat is het verschil? voor een laagdrempelig startpunt.

  • CSRD-omzetting en ESRS S1 in België

    excuseer?

    CSRD: Corporate Sustainability Reporting Directive (Richtlijn duurzaamheidsrapportering)
    Stel je een schoolrapport voor, maar dan voor bedrijven. De Europese Unie vraagt grote en beursgenoteerde ondernemingen om elk jaar openbaar te maken hoe zij presteren op het gebied van milieu, sociale aspecten en goed bestuur. Dit duurzaamheidsrapport krijgt hetzelfde gewicht als de financiële jaarrekening.

    ESRS: European Sustainability Reporting Standards (Europese standaarden voor duurzaamheids­rapportering)
    Om ervoor te zorgen dat alle bedrijven over precies dezelfde onderwerpen rapporteren, heeft Europa een standaard invulformulier samengesteld (ok, principes en datapuntenset is misschien juister beschreven). Deze verzameling van regels en datapunten vertelt bedrijven welke cijfers, doelen en verhalen zij in hun duurzaamheidsrapport moeten opnemen, zodat de resultaten onderling makkelijk te vergelijken zijn.

    Even kaderen, waarom?

    Waarom grijpt de EU in?
    De CSRD is er niet alleen “om te voldoen aan Europa-regels”, maar om vertrouwen te scheppen in de duurzame transitie.

    Ze beoogt drie doelgroepen tegelijk: (1) beleggers en banken, die betrouwbare gegevens nodig hebben om klimaat- en sociale risico’s in te prijzen en greenwashing te vermijden; (2) de bredere maatschappij , zijnde: ngo’s, vakbonden, media, overheden, die bedrijven willen afrekenen op hun impact; en (3) de bedrijven zelf, die de nieuwe data actief in hun strategische en operationele besluitvorming kunnen inzetten.

    Door duurzaamheid op één lijn te zetten met financiële verslaggeving krijgt het onderwerp intern hetzelfde bestuurders- en auditgewicht.

    Publicatiemoment versus verslagjaar
    Let op het jaarritme: een rapport over boekjaar 2024 verschijnt pas in 2025 (net als een financiële jaarrekening). Zo schuift elk wave-jaar één kalenderjaar door naar publicatie: FY 2025 naar publicatie 2026, FY 2026 naar publicatie 2027, enzovoort.

    Onder de CSRD loopt alles een jaar “achter” op het verslagjaar. Denk aan het boekjaar 2024: de duurzaamheidsdata worden pas in het voorjaar van 2025 openbaar, tegelijk met de financiële jaarrekening. Dat komt doordat de Europese richtlijn de duurzaamheidsinfo verankert in het managementverslag en de publicatietermijnen daarvan overneemt (maximaal vier maanden na jaar-einde voor beursgenoteerden, zes maanden voor andere grote ondernemingen). Hetzelfde patroon herhaalt zich voor elke volgende golf: wat bedrijven in 2025 verzamelen verschijnt in 2026, data over 2026 in 2027, enzovoort.

    Voor investeerders, analisten en journalisten is dat timing-ritme cruciaal. Wie nog in december 2024 naar CSRD-cijfers speurt, zoekt simpelweg te vroeg; de relevante documenten arriveren pas in Q2 van het jaar erop. Door die vaste verschuiving weten marktpartijen precies wanneer de volgende stroom ESG-gegevens loskomt en kunnen ze hun onderzoeks- en publicatiekalender daarop afstemmen. Zo ontstaat een helder, jaarlijks terugkerend moment waarop financiële en duurzaamheidsinformatie gezamenlijk de markt bereikt, wat vergelijking tussen bedrijven en tussen jaren een stuk consistenter maakt.

    Niet-EU-groepen vallen ook onder de CSRD
    Ook multinationals zonder Europese juridische zetel moeten rapporteren zodra zij: (i) > €150 miljoen omzet binnen de EU halen, én (ii) een ‘grote’ EU-dochter of -filiaal hebben.

    Hun eerste CSRD-rapport bestrijkt FY 2028 en wordt in 2029 openbaar. Voor deze categorie werkt EFRAG aan aparte, praktisch hanteerbare ESRS-varianten.

    Specifieke standaarden voor kmo’s
    Beursgenoteerde kmo’s krijgen een vereenvoudigd ESRS-kader; niet-genoteerde kmo’s mogen straks een vrijwillige EFRAG-standaard gebruiken. Dat moet de administratieve last beheersbaar houden, terwijl grote afnemers toch consistente ketengegevens ontvangen.

    ‘Trickle-down’ in de waardeketen
    Omdat grote ondernemingen hun Scope 3-emissies en mensenrechtenrisico’s moeten kwantificeren, zullen zij systematisch data opvragen bij leveranciers en kredieten. Kmo’s doen er dus goed aan proactief hun eigen voetafdruk in kaart te brengen; de vrijwillige standaard fungeert hierbij als leidraad.

    Assurance: toch niet zomaar een formaliteit
    De verplichte (eerst beperkte, later redelijke) assurance is ingevoerd om de geloofwaardigheid van duurzaamheidscijfers te verhogen, vooral om kapitaalmarkten gerust te stellen en greenwashing af te straffen. Betrouwbare auditopinies voorkomen dat onjuiste ESG-claims de financiële stabiliteit ondermijnen.

    Omzetting van de CSRD-richtlijn in Belgisch recht

    De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD, Richtlijn (EU) 2022/2464) is omgezet via de Wet van 2 december 2024 betreffende de openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie door bepaalde vennootschappen en groepen en de assurance van duurzaamheidsinformatie en houdende diverse bepalingen.

    Deze wet (BS 20 december 2024, numac 2024011683) voert de nieuwe EU-duurzaamheidsrapportageverplichtingen in en wijzigt o.a. het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de wet van 20/09/1948 (ondernemingsraden), de wet van 02/08/2002 (FSMA-toezicht) en de wet van 07/12/2016 (bedrijfsrevisoren). De wet transponeert naast de CSRD ook gedeeltelijk Richtlijn (EU) 2023/2864 inzake het Europees centraal toegangspunt (ESAP).

    Inhoud en draagwijdte 

    Voortaan moeten grote vennootschappen, genoteerde KMO’s (niet-micro) en bepaalde niet-EU ondernemingen in hun (geconsolideerd) jaarverslag uitgebreide duurzaamheidsinformatie opnemen.

    Dit omvat informatie over het bedrijfsmodel en strategie, duurzaamheidspolicies, risico’s, impacts en indicatoren op vlak van milieu, sociale en governance-factoren, conform de Europese rapportagestandaarden.

    Moedervennootschappen van grote groepen rapporteren geconsolideerd, en genoteerde KMO-groepen doen dit ook op groepsniveau.

    De rapportageplicht wordt gefaseerd ingevoerd: ondernemingen die al onder de NFRD vielen rapporteren vanaf boekjaar 2024, andere grote ondernemingen vanaf 2025, genoteerde KMO’s vanaf 2026 (met opt-out tot 2028), en niet-Europese groepen vanaf 2028.

    Daarnaast introduceert de wet een assurance-verplichting: duurzaamheidsinformatie moet extern geverifieerd worden (eerst via beperkte assurance, later redelijke). De wet bepaalt dat dit controlemandaat kan toevertrouwd worden aan de commissaris of een andere erkende onafhankelijke assureur.

    Nationale bijzonderheden

    België heeft de EU-verplichtingen quasi integraal overgenomen, zonder versoepelingen of bijkomende inhoudelijke eisen. Wel zijn er technische aanvullingen: zo moeten bedrijven de gerapporteerde duurzaamheidsinformatie ook meedelen aan de ondernemingsraad binnen drie maanden na jaarafsluitingen, ter bespreking vóór de algemene vergadering.

    Indien geen OR aanwezig is, gebeurt dit via het CPBW of de vakbondsafvaardiging.

    Ook zijn de FSMA-bevoegdheden aangepast om het centraal toegangspunt te organiseren conform de ESAP-richtlijn. De Belgische wet trad grotendeels in werking op 30 december 2024, zodat de eerste rapporteringen volgens de CSRD vanaf 2025 kunnen plaatsvinden.

    Toepassing van ESRS S1 (‘Eigen Personeel’) in België

    ESRS S1 (European Sustainability Reporting Standard “Own Workforce”) maakt deel uit van het eerste pakket duurzaamheidsrapportagestandaarden (amai, stevig woord) dat de Europese Commissie via gedelegeerde verordening heeft aangenomen. Deze standaarden, opgemaakt op advies van EFRAG, zijn sinds 1 januari 2024 van kracht.

    In België moeten verslagplichtige ondernemingen hun sociaal beleid en prestaties m.b.t. het eigen personeel dus rapporteren volgens ESRS S1, samen met de andere ESRS-disclosurevereisten.

    Dit omvat onder meer gegevens over arbeidsomstandigheden (opleiding, gezondheid en veiligheid, werkuren, verloning, sociale bescherming), gelijke kansen (diversiteit, non-discriminatie, inclusie) en werkgerelateerde mensenrechten (vereniging, dialoog, etc.), zoals de ESRS S1-standaard voorschrijft.

    Inwerkingtreding

    De verplichting om ESRS S1 toe te passen loopt synchroon met de CSRD-fases.

    Dit betekent dat bv. grote bedrijven die al onder de vorige niet-financiële rapporteringsplicht vielen, ESRS S1 toepassen vanaf verslagjaar 2024, andere grote ondernemingen vanaf 2025, genoteerde KMO’s vanaf 2026, enz…

    De Europese Commissie heeft de ESRS vastgelegd in de Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2772 van 31 juli 2023, zodat geen aparte Belgische omzettingsbesluit nodig was, de standaarden hebben rechtstreekse werking.

    Nationale aanvullingen

    België heeft geen eigen aanvullende rapporteringsnormen voor “eigen personeel” bovenop ESRS S1 opgelegd; de inhoud en indicatoren volgen volledig de Europese standaard.

    Wel zorgt de hierboven vermelde CSRD-wet voor procedurele omkadering: de raad van bestuur is verantwoordelijk voor de openbaarmaking van de ESG-informatie, en de ondernemingsraad krijgt inzagerechten in de personeelsgerelateerde duurzaamheidsinformatie.

    Toezichthouders zoals de FSMA hebben (normaliter) intussen via communicatie de betrokken bedrijven geïnformeerd en aangespoord om zich voor te bereiden op onder meer de S1-verplichtingen rond personeel.

    Recent heeft de EU bovendien een uitstel (“stop-the-clock”) goedgekeurd voor bepaalde CSRD-deadlines, waardoor rapporteringsplichtige vennootschappen die normaliter in 2026 of 2027 hun eerste S1-rapport zouden publiceren twee jaar extra krijgen.

    Deze aanpassing moet nog in Belgisch recht worden omgezet, maar geeft aan dat de implementatie van ESRS S1 in België de Europese timing volgt, inclusief eventuele besliste faseringen.

    Verdere info kan je ook nog raadplegen op de website van de Commissie zelf.