excuseer?
CSRD: Corporate Sustainability Reporting Directive (Richtlijn duurzaamheidsrapportering)
Stel je een schoolrapport voor, maar dan voor bedrijven. De Europese Unie vraagt grote en beursgenoteerde ondernemingen om elk jaar openbaar te maken hoe zij presteren op het gebied van milieu, sociale aspecten en goed bestuur. Dit duurzaamheidsrapport krijgt hetzelfde gewicht als de financiële jaarrekening.
ESRS: European Sustainability Reporting Standards (Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportering)
Om ervoor te zorgen dat alle bedrijven over precies dezelfde onderwerpen rapporteren, heeft Europa een standaard invulformulier samengesteld (ok, principes en datapuntenset is misschien juister beschreven). Deze verzameling van regels en datapunten vertelt bedrijven welke cijfers, doelen en verhalen zij in hun duurzaamheidsrapport moeten opnemen, zodat de resultaten onderling makkelijk te vergelijken zijn.
Even kaderen, waarom?
Waarom grijpt de EU in?
De CSRD is er niet alleen “om te voldoen aan Europa-regels”, maar om vertrouwen te scheppen in de duurzame transitie.
Ze beoogt drie doelgroepen tegelijk: (1) beleggers en banken, die betrouwbare gegevens nodig hebben om klimaat- en sociale risico’s in te prijzen en greenwashing te vermijden; (2) de bredere maatschappij , zijnde: ngo’s, vakbonden, media, overheden, die bedrijven willen afrekenen op hun impact; en (3) de bedrijven zelf, die de nieuwe data actief in hun strategische en operationele besluitvorming kunnen inzetten.
Door duurzaamheid op één lijn te zetten met financiële verslaggeving krijgt het onderwerp intern hetzelfde bestuurders- en auditgewicht.
Publicatiemoment versus verslagjaar
Let op het jaarritme: een rapport over boekjaar 2024 verschijnt pas in 2025 (net als een financiële jaarrekening). Zo schuift elk wave-jaar één kalenderjaar door naar publicatie: FY 2025 naar publicatie 2026, FY 2026 naar publicatie 2027, enzovoort.
Onder de CSRD loopt alles een jaar “achter” op het verslagjaar. Denk aan het boekjaar 2024: de duurzaamheidsdata worden pas in het voorjaar van 2025 openbaar, tegelijk met de financiële jaarrekening. Dat komt doordat de Europese richtlijn de duurzaamheidsinfo verankert in het managementverslag en de publicatietermijnen daarvan overneemt (maximaal vier maanden na jaar-einde voor beursgenoteerden, zes maanden voor andere grote ondernemingen). Hetzelfde patroon herhaalt zich voor elke volgende golf: wat bedrijven in 2025 verzamelen verschijnt in 2026, data over 2026 in 2027, enzovoort.
Voor investeerders, analisten en journalisten is dat timing-ritme cruciaal. Wie nog in december 2024 naar CSRD-cijfers speurt, zoekt simpelweg te vroeg; de relevante documenten arriveren pas in Q2 van het jaar erop. Door die vaste verschuiving weten marktpartijen precies wanneer de volgende stroom ESG-gegevens loskomt en kunnen ze hun onderzoeks- en publicatiekalender daarop afstemmen. Zo ontstaat een helder, jaarlijks terugkerend moment waarop financiële en duurzaamheidsinformatie gezamenlijk de markt bereikt, wat vergelijking tussen bedrijven en tussen jaren een stuk consistenter maakt.
Niet-EU-groepen vallen ook onder de CSRD
Ook multinationals zonder Europese juridische zetel moeten rapporteren zodra zij: (i) > €150 miljoen omzet binnen de EU halen, én (ii) een ‘grote’ EU-dochter of -filiaal hebben.
Hun eerste CSRD-rapport bestrijkt FY 2028 en wordt in 2029 openbaar. Voor deze categorie werkt EFRAG aan aparte, praktisch hanteerbare ESRS-varianten.
Specifieke standaarden voor kmo’s
Beursgenoteerde kmo’s krijgen een vereenvoudigd ESRS-kader; niet-genoteerde kmo’s mogen straks een vrijwillige EFRAG-standaard gebruiken. Dat moet de administratieve last beheersbaar houden, terwijl grote afnemers toch consistente ketengegevens ontvangen.
‘Trickle-down’ in de waardeketen
Omdat grote ondernemingen hun Scope 3-emissies en mensenrechtenrisico’s moeten kwantificeren, zullen zij systematisch data opvragen bij leveranciers en kredieten. Kmo’s doen er dus goed aan proactief hun eigen voetafdruk in kaart te brengen; de vrijwillige standaard fungeert hierbij als leidraad.
Assurance: toch niet zomaar een formaliteit
De verplichte (eerst beperkte, later redelijke) assurance is ingevoerd om de geloofwaardigheid van duurzaamheidscijfers te verhogen, vooral om kapitaalmarkten gerust te stellen en greenwashing af te straffen. Betrouwbare auditopinies voorkomen dat onjuiste ESG-claims de financiële stabiliteit ondermijnen.

Omzetting van de CSRD-richtlijn in Belgisch recht
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD, Richtlijn (EU) 2022/2464) is omgezet via de Wet van 2 december 2024 betreffende de openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie door bepaalde vennootschappen en groepen en de assurance van duurzaamheidsinformatie en houdende diverse bepalingen.
Deze wet (BS 20 december 2024, numac 2024011683) voert de nieuwe EU-duurzaamheidsrapportageverplichtingen in en wijzigt o.a. het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de wet van 20/09/1948 (ondernemingsraden), de wet van 02/08/2002 (FSMA-toezicht) en de wet van 07/12/2016 (bedrijfsrevisoren). De wet transponeert naast de CSRD ook gedeeltelijk Richtlijn (EU) 2023/2864 inzake het Europees centraal toegangspunt (ESAP).
Inhoud en draagwijdte
Voortaan moeten grote vennootschappen, genoteerde KMO’s (niet-micro) en bepaalde niet-EU ondernemingen in hun (geconsolideerd) jaarverslag uitgebreide duurzaamheidsinformatie opnemen.
Dit omvat informatie over het bedrijfsmodel en strategie, duurzaamheidspolicies, risico’s, impacts en indicatoren op vlak van milieu, sociale en governance-factoren, conform de Europese rapportagestandaarden.
Moedervennootschappen van grote groepen rapporteren geconsolideerd, en genoteerde KMO-groepen doen dit ook op groepsniveau.
De rapportageplicht wordt gefaseerd ingevoerd: ondernemingen die al onder de NFRD vielen rapporteren vanaf boekjaar 2024, andere grote ondernemingen vanaf 2025, genoteerde KMO’s vanaf 2026 (met opt-out tot 2028), en niet-Europese groepen vanaf 2028.
Daarnaast introduceert de wet een assurance-verplichting: duurzaamheidsinformatie moet extern geverifieerd worden (eerst via beperkte assurance, later redelijke). De wet bepaalt dat dit controlemandaat kan toevertrouwd worden aan de commissaris of een andere erkende onafhankelijke assureur.
Nationale bijzonderheden
België heeft de EU-verplichtingen quasi integraal overgenomen, zonder versoepelingen of bijkomende inhoudelijke eisen. Wel zijn er technische aanvullingen: zo moeten bedrijven de gerapporteerde duurzaamheidsinformatie ook meedelen aan de ondernemingsraad binnen drie maanden na jaarafsluitingen, ter bespreking vóór de algemene vergadering.
Indien geen OR aanwezig is, gebeurt dit via het CPBW of de vakbondsafvaardiging.
Ook zijn de FSMA-bevoegdheden aangepast om het centraal toegangspunt te organiseren conform de ESAP-richtlijn. De Belgische wet trad grotendeels in werking op 30 december 2024, zodat de eerste rapporteringen volgens de CSRD vanaf 2025 kunnen plaatsvinden.
Toepassing van ESRS S1 (‘Eigen Personeel’) in België
ESRS S1 (European Sustainability Reporting Standard “Own Workforce”) maakt deel uit van het eerste pakket duurzaamheidsrapportagestandaarden (amai, stevig woord) dat de Europese Commissie via gedelegeerde verordening heeft aangenomen. Deze standaarden, opgemaakt op advies van EFRAG, zijn sinds 1 januari 2024 van kracht.
In België moeten verslagplichtige ondernemingen hun sociaal beleid en prestaties m.b.t. het eigen personeel dus rapporteren volgens ESRS S1, samen met de andere ESRS-disclosurevereisten.
Dit omvat onder meer gegevens over arbeidsomstandigheden (opleiding, gezondheid en veiligheid, werkuren, verloning, sociale bescherming), gelijke kansen (diversiteit, non-discriminatie, inclusie) en werkgerelateerde mensenrechten (vereniging, dialoog, etc.), zoals de ESRS S1-standaard voorschrijft.
Inwerkingtreding
De verplichting om ESRS S1 toe te passen loopt synchroon met de CSRD-fases.
Dit betekent dat bv. grote bedrijven die al onder de vorige niet-financiële rapporteringsplicht vielen, ESRS S1 toepassen vanaf verslagjaar 2024, andere grote ondernemingen vanaf 2025, genoteerde KMO’s vanaf 2026, enz…
De Europese Commissie heeft de ESRS vastgelegd in de Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2772 van 31 juli 2023, zodat geen aparte Belgische omzettingsbesluit nodig was, de standaarden hebben rechtstreekse werking.
Nationale aanvullingen
België heeft geen eigen aanvullende rapporteringsnormen voor “eigen personeel” bovenop ESRS S1 opgelegd; de inhoud en indicatoren volgen volledig de Europese standaard.
Wel zorgt de hierboven vermelde CSRD-wet voor procedurele omkadering: de raad van bestuur is verantwoordelijk voor de openbaarmaking van de ESG-informatie, en de ondernemingsraad krijgt inzagerechten in de personeelsgerelateerde duurzaamheidsinformatie.
Toezichthouders zoals de FSMA hebben (normaliter) intussen via communicatie de betrokken bedrijven geïnformeerd en aangespoord om zich voor te bereiden op onder meer de S1-verplichtingen rond personeel.
Recent heeft de EU bovendien een uitstel (“stop-the-clock”) goedgekeurd voor bepaalde CSRD-deadlines, waardoor rapporteringsplichtige vennootschappen die normaliter in 2026 of 2027 hun eerste S1-rapport zouden publiceren twee jaar extra krijgen.
Deze aanpassing moet nog in Belgisch recht worden omgezet, maar geeft aan dat de implementatie van ESRS S1 in België de Europese timing volgt, inclusief eventuele besliste faseringen.
Verdere info kan je ook nog raadplegen op de website van de Commissie zelf.